Bij het gebruik van druksensoren worden vaak de uitgangssignalen 0 … 20 mA, 4 … 20 mA en DC 0 … 10 V zeer vaak geselecteerd om hun meetsignalen in de PLC te evalueren en te verwerken. Hiervoor wordt de signaaluitgang van de druksensor gewoonlijk op een overeenkomstige ingangskaart in de PLC aangesloten.
In dit verband treedt vaak verwarring op, omdat in het dagelijks gebruik de termen “actief”, “passief”, “stroombron”, “spanningsbron”, “stroomafname” en “verbruiker” door elkaar worden gebruikt. Voor de elektrische signaalverwerking is altijd een voeding nodig (”actieve kant”), en een ”verbruiker”, zoals een druksensor, die de ”passieve kant” vertegenwoordigt. Soms wordt het actieve deel van de koppeling ook wel de stroombron/spanningsbron genoemd en het passieve deel de ”current sink”. Om een elektrische schakeling te laten werken, moet er in een schakeling stroom doorheen lopen – zelfs wanneer een apparaat een verbruiker wordt genoemd, wordt de stroom niet door het instrument verbruikt, maar gaat deze alleen van de stroom- of spanningsbron door de verbruiker terug naar de stroombron.
Dit werkt alleen als er een ‘’energieverschil’’ bestaat tussen de stroombron en de current sink, dus de stroombron werkt actief (=stroomafgifte) en de current sink passief (=stroomgeleiding). Daarom werkt een interconnectie van twee stroombronnen of twee current sinks niet zoals bedoeld.. Deze situatie is ingewikkeld in de dagelijkse toepassing:
- Wanneer werkt een druksensor passief (stroomafname) en wanneer werkt hij actief (stroombron)?
- Hoe werkt de ingangskaart in mijn PLC?
Als vuistregel geldt dat 2-draadssensoren meestal passief werken en daarom een actieve PLC-ingangskaart nodig hebben. Dit is moeilijk met 4-draadssensoren, omdat bijvoorbeeld een 4-draadsdebietsensor bestaat uit 2 draden voor een aparte voeding en 2 draden voor een actieve of passieve 0/4 … 20 mA signaaluitgang. Het is daarom noodzakelijk om de datasheets van de gebruikte sensor en PLC-ingangskaart te controleren.