Tot de jaren vijftig moesten verzegelde systemen zoals buizen of procesapparatuur in technische procesinstallaties met de hand worden gedemonteerd en gereinigd. Dit was altijd een tijdrovend proces. Vooral in industriële sectoren zoals de farmaceutische industrie, de levensmiddelen- en drankenindustrie, waar een frequente en regelmatige reiniging nodig was, kostte het handmatig reinigen van een systeem enorm veel tijd.
CIP – Clean-In-Place
Deze industriële sectoren hebben veel baat gehad bij de komst van de CIP-processen. Er werd namelijk een reinigingsmethode ontwikkeld die nog steeds in gebruik is en die het mogelijk maakt om de interne oppervlakken van gesloten systemen te reinigen zonder (of slechts in beperkte mate) demontage. Het CIP-proces is voor het grootste deel volledig automatisch, om te voldoen aan de gedefinieerde procestijden en –parameters. De reiniging wordt uitgevoerd in een reeks van gedefinieerde stappen, zoals dit stroomdiagram illustreert. Afhankelijk van de toepassing kunnen de reinigingstemperaturen oplopen tot 100 °C. Een turbulente stroming is ook vereist, met debieten die gewoonlijk tussen 1,5 en 3 m/s liggen, om alle onzuiverheden te verwijderen. De CIP-reinigbaarheid van de meetapparatuur is bevestigd door de EHEDG-certificering van de WIKA-producten.
SIP – Sterilization-In-Place
Het SIP-proces, ook wel ‘’Steam-In-Place’’ genoemd, is een uitbreiding van het CIP-proces door een extra sterilisatie, zonder dat de installatie en de meetapparatuur gedemonteerd hoeven te worden1. De sterilisatie van hygiënekritische processen vindt plaats aan het einde van het eigenlijke CIP-proces. Dit zorgt ervoor dat eventuele nog actieve micro-organismen in het systeem worden gedood met heet water of met verzadigde zuivere stoom bij hogere temperaturen (> 121 °C), zonder gebruik te maken van een autoclaaf2. Uiteraard biedt WIKA een passende meettechniek voor CIP en SIP voor een uitgebreid scala aan meetparameters in sanitaire toepassingen.
1 EHEDG Glossary, version 2012/06.G02
2 ASME BPE 2016, GR-8