Drukmeters in veiligheidsuitvoering van roestvrij staal zijn van groot belang, vooral voor kritische processen in de procesindustrie. Ze worden bijvoorbeeld aanbevolen voor toepassingen met agressieve media en/of pulsaties, overdrukken en drukschokken, zoals “waterhamers”. Maar welke veiligheidsversies zijn er en waarin verschillen ze van elkaar?
Het antwoord op deze vraag kan worden geïllustreerd aan de hand van de meest gevraagde roestvrijstalen Bourdonbuismanometers van WIKA, model 232.50/233.50 en 232.30/233.30. Beide worden in de spreektaal vaak “chemische drukmeters” genoemd. Met andere woorden, ze zijn ontworpen voor hoge eisen en bieden daarom alles wat klanten nodig hebben, vooral voor veiligheidsgerelateerde processen.
Veiligheidsversie van niveau S1
Opbouw van een manometer model 232.50/233.50 in veiligheidsuitvoering van niveau S1 met afblaasinrichting/afblaasplug (1)
De 232.50/233.50 manometer heeft een uitblaasbeveiliging in de achterkant van de behuizing in overeenstemming met de EN 837-1 norm. Het komt daarom overeen met de veiligheidsversie S1. Als de Bourdonbuis bij een storing barst, kan een groot deel van de vrijgekomen energie via de opblaasplug naar achteren ontsnappen. Dit ontwerp voorkomt echter niet dat het venster, andere onderdelen en het medium naar voren uit de behuizing worden geschoten bij een bijzonder heftige en plotselinge energie-uitbarsting – bijvoorbeeld wanneer een klep snel wordt geopend. Dit kan op zijn beurt ernstig letsel veroorzaken bij iedereen die op dat moment voor het instrument staat.
Veiligheidsversie van niveau S3
Opbouw van een manometer model 232.30/233.30 in veiligheidsuitvoering van niveau S3 met terugslagklep (1) en massieve keerschotwand (2)
De manometer 232.30/233.30 is gekwalificeerd als een instrument met veiligheidsversie S3 in overeenstemming met de norm en biedt daarom de grootst mogelijke bescherming in het geval van een storing. Dit wordt aangegeven door een omcirkelde “S” op de wijzerplaat. De veiligheidskenmerken van de behuizing zijn een stevige keerschotwand en een blow-out rug. Daardoor kunnen bij een gebarsten Bourdonbuis alle componenten en het medium alleen naar achteren ontsnappen. Bedienend personeel vóór het instrument is daarom altijd beschermd.
Richtlijnen voor gebruikers
Het volgende overzicht is bedoeld om gebruikers advies te geven, rekening houdend met de EN 837-2 norm (Selectie- en installatieaanbevelingen voor drukmeters), over in welke gevallen welke veiligheidsversie aan te raden is.
- Toepassingen met vloeibaar procesmedium:
S1 voor drukmeters met behuizingsvulling
(conform EN 837-2 is geen veiligheidsversie nodig voor instrumenten zonder behuizingsvulling) - Toepassingen met gasvormige procesmedia:
S1 voor schaalbereiken ≤ 25 bar
S3 voor schaalbereiken > 25 bar
Op dit punt moet nogmaals worden benadrukt: Overal waar een manometer niet kan worden beschermd tegen kritieke procesgebeurtenissen (drukpieken, pulsaties, overdruk, enz.) door middel van passende beschermende maatregelen, wordt over het algemeen een veiligheidsversie van het hoogste niveau (S3) aanbevolen.
De norm specificeert ook een andere veiligheidsversie voor drukmeters, niveau S2 (met een terugslagklep, maar zonder een massieve keerschotwand). Bij roestvrijstalen manometers concentreert WIKA zich echter op de andere twee veiligheidsniveaus dankzij tientallen jaren ervaring in de markt en bij klanten.
Opmerking
Meer informatie over de manometers model 232.50/233.50 en 232.30/233.30 is beschikbaar op de website van WIKA. U vindt hier ook uitgebreide compilaties van meetoplossingen voor de afzonderlijke takken van de procesindustrie. Als u vragen heeft, zal uw contact u graag helpen.
Lees ook onze berichten
Drukmeters en waterstof: Welke instrumenten zijn geschikt?
Drukmeetsysteem tegen vluchtige methaanemissies
Overbelastingsveiligheid van Bourdonbuismanometers
Vullen van vloeistoffen in manometers: Gebruik en voordelen
Buisveermanometer – werkingsprincipe