Een vlotter gebaseerde niveausensor met een reedschakeling is een veelgebruikte en relatief voordelige oplossing voor continue niveaumeting. Gebruikers kunnen het meetbereik ervan binnen een bepaald bereik flexibel definiëren. In dit artikel wordt beschreven waarmee rekening moet worden gehouden.

Bij een niveausensor met reedschakeling bevat de buisgeleider een bepaald aantal reedcontacten, afhankelijk van het meetbereik. Deze worden gecombineerd om een meetschakeling te vormen. De contacten reageren op het magnetische veld van de vlotter, die in de buisgeleider in lijn met het vloeistofniveau beweegt.

Nauwkeurigheid hangt af van de afstand tussen de contacten

De nauwkeurigheid van deze energievrije niveaubewaking hangt op zijn beurt weer af van de afstand tussen de individuele contacten.Hoe kleiner, des te preciezer de meting. Elke niveausensor in de RLT-serie van WIKA maakt bijvoorbeeld meetbereiken met contactafstanden tussen 3 en 24 mm mogelijk. Een reedschakeling kan echter niet langs de gehele lengte van de buisgeleider worden getrokken. Dit komt omdat zich aan beide uiteinden van de buis ‘dode banden’ bevinden, d.w.z. delen die de vlotter door ontwerpbeperkingen niet waarneemt (zie tekening).

De tekening laat zien hoe het maximaal mogelijke meetbereik (M) wordt vastgesteld met een niveausensor uit een luchtbehandelingsserie. Lengte buisgeleider (L) minus dode band (T) en 100 %-markering (X).

Maximale meetbereik is geen must

Het meetbereik van een niveausensor ligt daarom tussen de twee dode banden gespecificeerd in het gegevensblad. Binnen dit bereik kan het vrij worden gedefinieerd. Het is echter geheel niet nodig om in alle toepassingen het maximaal mogelijke meetbereik te gebruiken. De exacte aanpassing van het aantal contacten aan de meettaak heeft eveneens een economisch voordeel. De reedschakeling is een van de meest dure componenten in een niveausensor.

Voorbeeld − Test bewaking

Om bijvoorbeeld de bewaking in een olietank of compressor te testen is slechts het onderste gedeelte van de buisgeleider nodig voor de meting. In dit geval wordt het bovenste meetpunt van de toepassing (100%-markering) dienovereenkomstig laag ingesteld. Het markeert de afstand tot de afdichting van de procesaansluiting. Het meetbereik wordt dus gedefinieerd door de onderstaande vergelijking:

Lengte meetbereik M = lengte buisgeleider L – dode band T – 100%-markering X

Bijgevolg wordt het meetbereik voor het detecteren van een maximaal niveau bepaald door te beginnen bij de afdichting. In dit geval kan de buisgeleider worden aangepast op de lengte van het meetbereik.

Let op
Nadere informatie over de niveausensoren uit de RLT-serie staat vermeld op de WIKA-website. Hebt u verder nog vragen, dan helpt uw contactpersoon u graag verder.

Lees tevens onze artikelen
Niveausensoren – de uitdagingen van keuzes


Meer informatie over vlotter gebaseerde niveaumeting met een reedschakeling vindt u in de onderstaande video:


Geef een reactie
Gegevensbescherming Regel