comparison ex-d and ex-i

Ik was pas afgestudeerd als werktuigbouwkundig ingenieur toen ik mijn carrière begon op de onderhoudsafdeling van een petrochemische fabriek. Een van de vele taken die we moesten uitvoeren was het controleren van de status van de druktransmitters die op onze productielijnen waren geïnstalleerd, het maken van een lijst van de aandachtspunten (d.w.z. transmitters die niet meer functioneren) en het schrijven van een aanvraagformulier voor ons inkoopteam om de vervangingen aan te schaffen.

Een van de meer verwarrende onderdelen in dat proces was het lezen van de ‘’Ex-markering’’ op het etiket van de transmitter – het leek meestal op zoiets als dit: Na het lezen over het onderwerp en het vragen aan enkele van de meer ervaren technici ter plaatse, was ik in staat om te leren hoe ik die code beter kon begrijpen; maar ik stond toen voor een dilemma: sommige transmitters ter plaatse hadden een soort bescherming die als Ex-ia (Intrinsiek veilig) was aangeduid en andere als Ex-d (Vlamveilig)… waarom? En wat zijn de belangrijkste verschillen tussen de twee types? In deze korte blog – en een paar komende – zal ik proberen wat licht te werpen op hoe de twee typen transmitters verschillend zijn, en enkele zaken die je in gedachten moet houden bij de behandeling ervan in de fabriek.

Wat moet waar worden gebruikt?

Een belangrijk verschil tussen de ‘’Ex-d’’ en ‘’Ex-ia’’ transmitters is hun geschiktheid voor verschillende zones. De gevaarlijke plaatsen zijn (volgens ATEX 94/9/EG) ingedeeld in 3 verschillende toepassingsgebieden, gebaseerd op het voorkomen van gevaarlijke atmosferen binnen de geclassificeerde gebieden:

  • Zone 0/20: een explosieve atmosfeer is continu, gedurende lange tijd of vaak aanwezig.
  • Zone 1/21: een explosieve atmosfeer kan slechts af en toe voorkomen bij normaal gebruik
  • Zone 2/22: een explosieve atmosfeer is onder normale bedrijfsomstandigheden niet waarschijnlijk, maar zal in dat geval slechts kortstondig aanwezig zijn.

Op basis van de classificatie die de ontwerper van de installatie maakt, vindt u gebieden die zijn geclassificeerd als Zone 0-gebieden en sommige die zijn geclassificeerd als Zone 1: enzovoort… Druksensoren met een ‘’Ex-ia’’-type (volgens EN 60079-11) kunnen worden gecategoriseerd als ‘’Categorie 1G/1D’’-apparatuur; en kunnen dus worden geïnstalleerd in een gebied dat is geclassificeerd als ‘’Zone 0,1 of 2 (G) en/of 20, 21 of 22 (D)’’, omdat ze een ‘’zeer hoog’’ beschermingsniveau hebben. Druktransmitters met een ‘’Ex-d’’-beveiliging (conform EN 600079-1) kunnen echter als ‘’Categorie 2G’’-apparatuur worden geclassificeerd en dus worden geïnstalleerd in gebieden met een ‘’Zone 1 of 2 (G)’’-classificatie, maar niet hoger (d.w.z. niet Zone 0), omdat ze alleen een ‘’hoog’’ beschermingsniveau hebben.


Kommentar verfassen